Met Hendrik de Vor (55) haalt Exitus een sterke persoonlijkheid in huis, met meer dan dertig jaar bestuurlijke en ondernemende ervaring in de agrifood. De voormalig directeur van Coppens Diervoeding gaat op interim basis aan de slag bij klanten van Exitus. Een kort gesprekje met hem.
Je was directeur van Coppens Diervoeding en stapt over naar een adviesbureau. Verrassend? “Voor sommige mensen misschien wel. Voor mij niet. Coppens is een familiebedrijf waar niet direct opvolgers in huis waren. Uiteindelijk bleek een overname door De Heus de beste weg naar de toekomst te zijn. Dat kreeg in 2021 gestalte. Daarna heb ik de directie nog ondersteund met het integreren van Coppens binnen De Heus, maar was het voor mij klaar. Ik heb er bijna dertig jaar gewerkt. Het was tijd voor een nieuwe richting …”
En dat werd Exitus? “Ik kende Exitus al vanuit Coppens. Ik kwam ze regelmatig in het werkveld tegen, vaak bij klanten die voor een grote of complexe uitdaging stonden, zoals een overname, of klanten die juist vastliepen. Het mooie aan Exitus vond ik toen al dat zij zich heel krachtig naast die ondernemer neerzetten. Het zijn geen jasje-dasje-adviseurs, geen mensen die op de winkel passen of die puur op de cijfers focussen … Nee, zij wijden zich kritisch, eerlijk, maar ook menselijk en vanuit een breed perspectief volledig aan die ene vraag: hoe verder? Dat past bij mij.”
Wat ga je bij Exitus doen? “Ik kan ingezet worden voor advieswerk, maar ga met name op interim basis bij klanten aan de slag. Dat zullen trajecten van een paar maanden tot maximaal een jaar zijn; en dan een of enkele dagdelen per week. Exitus is meer dan twintig jaar terug gestart als adviesbureau, maar merkt dat er steeds meer behoefte is aan interim ondersteuning. Ook dat vullen zij de laatste jaren al in. Ik word onderdeel van het team interimmers.”
Hoe verklaar je die behoefte aan interim ondersteuning? “Het ondernemen in de agrifood sector is zo ontzettend complex geworden. Heel anders alweer dan enkele jaren terug. Er is zo veel druk, vanuit zo veel hoeken. Veel ondernemers zijn eigenaar en gedragen zich nog steeds als zodanig. Als degene die alle touwtjes in handen heeft. Maar eigenlijk kan dat niet meer. Je kunt het je niet meer veroorloven om steken te laten vallen. De markt pikt dat niet. Investeerders ook niet. Je hebt je productie, je financiën, personele zaken, vastgoed, het milieu, juridisch speelt er vaak veel … Je kunt niet op alle vlakken een specialist zijn. Terwijl dat wel van je wordt gevraagd …”
Maar dan huur je toch een adviseur in? “Inderdaad. Dat is dan iemand die jou op een specifiek terrein bijstaat. Maar wat als je met je organisatie in transitie bent. Als je voor een overname staat, als je je strategisch aan het ontwikkelen bent, als je je bedrijf over wilt dragen aan de volgende generatie … En je eigenlijk iemand nodig hebt die korte tijd naast je staat. Om keuzes te maken, de route mee uit te stippelen en de organisatie daar op aan te passen … Dan heb je net wat meer nodig dan alleen advies.”
In hoeverre spelen de ontwikkelingen in de wereld een rol in die groeiende vraag naar interim? “Dat speelt absoluut mee. Je moet als ondernemer in de agrifood meer dan ooit in scenario’s kunnen denken en snel kunnen schakelen. Wie had voorzien dat corona zo’n impact zou hebben? Op alles. Of de oorlog in Oekraïne? Je kunt je niet meer beperken tot het maken van een prognose en op het eind van het jaar zien of deze uit is gekomen. De afgelopen jaren hebben geleerd dat je je prognoses bij moet kunnen stellen. Je moet als organisatie veerkrachtig zijn en je snel aan kunnen passen. En ja, daar kun je je op voorbereiden …”
Wat voor type interimmer ben jij? “Ik ben niet iemand die op de winkel komt passen. Ik wil stappen zetten, in korte tijd. Dat doe ik niet met een botte bijl, dat doe ik met respect voor mensen die er vaak al jaren werken. De aanpak is gestructureerd en modellen kunnen behulpzaam zijn, maar het zijn en blijven slechts hulpmiddelen. Kunst is om samen de bewegingen te maken die nodig zijn, met de mensen die er al zijn en die eventueel nog nodig zijn, ieder op de plek waar hij of zij het best tot zijn recht komt.”
Klinkt alsof je echt zin hebt in deze nieuwe uitdaging? “Absoluut. Ik verwacht dat ik vooral aan de slag ga bij bedrijven die groeistuipen hebben. Die van A naar B willen, maar daar even wat extra ondersteuning bij nodig hebben. Met een ondernemer die stappen kunnen zetten die nodig zijn … ja, daar krijg ik energie van.”